Wanneer spreken we over een niet-geventileerde en wanneer over zwak geventileerde luchtspouw?

Regelmatig krijgen wij de vraag of een luchtspouw als zwak of als niet-geventileerde luchtlaag moet worden beschouwd. Deze vraag is van belang aangezien de mate van ventilatie invloed heeft op de warmteweerstand en daarmee op de Rc-waarde van de gevelconstructie. Wij merken dat deze vraag vaker wordt gesteld. Zeker nu de Wkb zijn intrede heeft gedaan. Partijen worden daardoor kritischer op het naleven van de geldende regels en huiveriger voor aannames die voorheen als vanzelfsprekend werden ervaren. In deze blog geven we daarom antwoord op de vraag: “Welke openingen mogen in een buitenspouwblad aanwezig zijn zodat de spouw nog kan worden beschouwd als een niet-geventileerde luchtspouw?”

Open stootvoegen
Om te bepalen welke openingen, onder welke voorwaarde zijn toegestaan, hanteren wij de NTA 8800:2024 en de NPR 2068:2022. Als eerste onderdeel kijken we naar de aanwezigheid van open stootvoegen in het metselwerk.

In de NTA 8800:2024 wordt in bijlage C.3 ‘Warmteweerstand van luchtlagen’ onder paragraaf C.3.1 ‘Algemeen’ de volgende opmerking gemaakt:

OPMERKING 2         De invloed van open stootvoegen bestemd voor ventilatie in de spouw is verwaarloosbaar voor de totale vochthuishouding van het gemetselde buitenspouwblad. Deze kunnen derhalve achterwege blijven. Open stootvoegen bestemd voor afvoer van doorgeslagen regenwater worden niet als ventilatieopeningen beschouwd.

In deze opmerking wordt onderscheid gemaakt tussen twee typen open stootvoegen, namelijk:

  1. Open stootvoeg voor de afvoer van doorgeslagen regenwater;
  2. Open stootvoeg voor spouwventilatie.

Open stootvoegen voor de afvoer van doorgeslagen regenwater komen we veelvuldig tegen in de praktijk. Deze open stootvoegen bevinden zich onder andere boven funderingen, kozijnen en lateien. Volgens NTA 8800 voldoet dit type stootvoeg doorgaans aan de criteria voor niet-geventileerde luchtlagen, zoals bedoeld in NEN-EN-ISO 6946:2017. Daarin staat dat openingen in het buitenspouwblad niet groter mogen zijn dan:

  • 500 mm²/m luchtlaaglengte in horizontale richting in geval van verticale luchtlagen;
  • 500 mm²/m² luchtoppervlakte voor horizontale luchtlagen.

Hierbij moeten we opmerken dat een enkele open stootvoeg van 10 mm breed en 50 mm hoog al een oppervlakte heeft van 500 mm². Desondanks mogen deze stootvoegen op grond van NTA 8800 paragraaf C.3.1 en C.3.2 achterwege blijven bij de bepaling van de mate van ventilatie van de luchtspouw.

Figuur 1 – Open stootvoegen voor de afvoer van regenwater boven kozijnen, lateien en funderingsbalken worden buiten beschouwing gelaten voor de bepaling van de mate van ventilatie van de luchtspouw.

Open stootvoegen voor spouwventilatie worden anders beoordeeld. Hoewel we ook dit type stootvoeg nog veel tegenkomen in de praktijk is het effect op droging van de spouw en het metselwerk verwaarloosbaar en om die reden niet nodig. Dit wordt mede bevestigd door vooraanstaande fabrikanten van gevelbakstenen, zoals Wienerberger.

Pas je toch (aanvullende) open stootvoegen toe voor droging van de spouw/het metselwerk, dan wordt de spouw volgens tabel 4 van NPR 2068:2022 beoordeeld als ‘zwak geventileerd’. Dit heeft nadelige gevolgen voor de Rc-waarde van de gevelconstructie. Hierbij merken wij op dat we uitgaan van een effectieve luchtspouw van > 20 mm.

Andere horizontale en verticale openingen
Naast open stootvoegen komen we nog andere horizontale en verticale naden tegen. Denk bijvoorbeeld aan de naad tussen de bovendorpel/spouwlat van het kozijn en de bovenliggende latei. Denk aan de aansluiting tussen de onderdorpel van het kozijn en de raamdorpel. Of aan de aansluiting van de dakrand en dakgoot met het opgaande metselwerk. Voor dergelijke naden blijken de criteria van NEN-EN-ISO 6946, zoals zijn opgenomen in NTA 8800, niet goed bruikbaar. Om die reden worden in NPR 2068:2022 praktijkbenaderingen gegeven waarmee de warmteweerstand van de spouw kan worden gedefinieerd.

Figuur 2 – Horizontale en verticale naden, zoals de naad tussen spouwlat/kozijn en raamdorpel, mogen maximaal 10 mm zijn.

In tabel 4 staat dat een spouw als niet-geventileerd mag worden beschouwd als de horizontale en verticale doorgaande openingen maximaal 10 mm zijn. Dit betekent dat de aansluitingen bij kozijnen en dakranden in de meeste gevallen geen invloed hebben op de waardering van ventilatie van de spouwmuur, mits de naden ≤ 10 mm zijn. Indien de nader groter zijn dan 10 mm, dan moeten deze worden afgedicht.

Figuur 3 – Naden groter dan 10 mm (zoals de aansluiting van dakvoet en metselwerk) dienen te worden afgedicht (in dit geval gedaan met isolatiemateriaal aan de bovenzijde van de spouw).

Dilatatievoegen
Dilatatievoegen zijn vaak 5 mm tot 10 mm breed. Op basis hiervan kan gesteld worden dat deze voldoen aan de voorwaarden van ≤ 10 mm. Toch geeft de NPR 2068 een voetnoot voor dilatatievoegen bij een niet-geventileerde spouw. Voorwaarde C bij tabel 4 stelt namelijk dat dilatatievoegen (dienen te) worden dichtgezet bij een niet-geventileerde spouw. NPR 2068 geeft geen breedte aan voor de dilatatievoeg.

Hierdoor is het niet geheel duidelijk hoe moet worden omgegaan met dilatatievoegen van 5 tot 10 mm. Op basis van het breedtecriterium voldoet de voeg aan de voorwaarde van ≤ 10 mm. Op basis van de voetnoot moeten ook dilatatievoegen ≤ 10 mm worden dichtgezet bij niet-geventileerde spouwmuren. Gezien de discrepantie leggen wij dit vraagstuk nader voor aan de normcommissie. Vooralsnog adviseren wij om de dilatatievoeg zekerheidshalve af te dichten.

Figuur 4 – Wij adviseren zekerheidshalve om dilatatievoegen af te dichten

Samengevat
Er is sprake van een niet-geventileerde luchtlaag als:

  • Alleen open stootvoegen boven kozijnen, lateien en funderingen zijn toegepast voor de afvoer van doorgeslagen water;
  • Horizontale en/of verticale naden ter plaatse van o.a. muuropeningen en dakranden maximaal 10 mm zijn;
  • Dilatatievoegen zijn afgedicht (advies).

Er is sprake van een zwak geventileerde luchtlaag als:

  • Naast open stootvoegen voor de afvoer van doorgeslagen regenwater ook (aanvullende) open stootvoegen voor spouwventilatie zijn aangebracht;
  • Horizontale en/of verticale naden ter plaatse van o.a. muuropeningen en dakranden maximaal 10 mm zijn;
  • Dilatatievoegen zijn niet zijn afgedicht.

Wkb-woning
Met zekerheid voldoen aan geldende normen, wetten en regels staat voorop bij de Wkb-woning. Om de risico’s te beperken hebben wij de Wkb-woning ontwikkeld en delen wij kennis over relevante onderwerpen in het kader van de Wkb. De Wkb-woning is een initiatief van Develop Inc., met onafhankelijke kwaliteitsborging door PlanGarant. Meer weten over de Wkb-woning, neem dan contact met ons op. Of bekijk onze website.